1. Van elke algemene vergadering worden notulen opgemaakt. De notulen bevatten ten minste de volgende gegevens:
— plaats en datum van de algemene vergadering;
— de inhoud van de besluiten;
— de uitslag van de stemmingen.
2. De presentielijst, de bescheiden betreffende de bijeenroeping van de algemene vergadering en de verslagen die over de onderwerpen op de agenda aan de leden zijn voorgelegd, worden aan de notulen toegevoegd.
3. De notulen en de daaraan toegevoegde bescheiden moeten ten minste vijf jaar worden bewaard. Op zijn verzoek ontvangt elk lid tegen betaling van de administratiekosten een afschrift van de notulen en van de daaraan toegevoegde bescheiden.
4. De notulen worden door de voorzitter van de algemene vergadering ondertekend.